De verrassing van het schrijven
Interview met Said El Haji
Elke maand zoeken we een oud-finalist van de El Hizjra Literatuurprijs op. Hoe is het hen vergaan na het meedoen aan de prijs? Welke rol speelt schrijven in hun leven?
Door: Esra Dede
Foto: © An-Sofie Kesteleyn
Said El Haji (1976, Marokko) heeft meegedaan aan de El Hizjra literatuurwedstrijd in het jaar 1999. Ik ontmoet hem in het Douwe Egberts café in Rotterdam.
Waarom heb jij meegedaan aan de El Hizjra literatuurprijs?
Ik deed in 1999 mee aan de wedstrijd. Mijn verhaal moest eind december ingeleverd worden. De uitreiking was in maart 2000. Ik studeerde toen nog Nederlands in Leiden. Voor een universiteitsblad schreef ik toentertijd een kort verhaal. Dat verhaal werd gepubliceerd en viel in de smaak. Een studiegenoot vertelde me over El Hizjra.
“Stuur hetzelfde verhaal in en je maakt vast wel kans”, zei ze tegen mij. Ik zond het verhaal in en ik kreeg een aanmoedigingsprijs. Abdelkader Benali, die in de jury zat, was een bekende van mij. Hij was heel verrast, omdat de jury niet te zien kreeg wie de auteurs waren. Benali en ik hebben samen HAVO gedaan, we kwamen elkaar weer tegen op het HBO en later ook op de universiteit. Hij studeerde Geschiedenis. Mijn inzending was een deel van een groter project dat ik graag in zijn geheel aan hem wilde laten lezen. Benali was er ook heel benieuwd naar. Hij adviseerde mij om het naar zijn uitgever te sturen. Daarnaast hielp het dat El Hizjra ervoor zorgde dat ik werd opgepikt door uitgevers. Zo is het balletje gaan rollen. Maar de vraag waarom: ik zocht erkenning en die kreeg ik door de prijs en toen door de uitgever.
Wat voor effect had de literatuurwedstrijd op jouw carrière?
Het zorgde ervoor dat ik de aandacht trok bij een uitgeverij. Ik had uiteindelijk wel mijn weg gevonden, maar nu kwam het succes naar mij toe. Ik hoefde niet op zoek te gaan naar een uitgever.
Hoe kunnen wij kleurrijke jongeren stimuleren meer te schrijven?
Is er wel een behoefte aan meer geschrijf, vraag ik mij af. Ze schrijven rapteksten en gedichten. Het ging bij mij ook helemaal vanzelf. Ik zat met Benali in de klas en die deed niets anders dan schrijven. Hij schreef verhalen en toneelstukken voor school. Ik had er destijds geen behoefte aan. Het begon pas na mijn twintigste te kriebelen. Als ik een boek las, dan dacht ik, dat kan ik ook en dat wil ik ook. En dan ging ik aan de slag, helemaal niet met het idee dat ik ooit een boek zou gaan schrijven. Ik vond het gewoon heel leuk. Ik schreef brieven of gedichten aan docentes. De ambitie om een boek te schrijven, kreeg ik pas na een wereldreis op mijn 22ste. Onderweg las ik Siddhartha en toen zag ik het helemaal voor me. Het verlichtte mijn pad. Ik zag het ineens heel helder: ik ga een boek schrijven.
De schrijverswereld is eenzijdig en blank. Het verandert wel langzamerhand en dit wordt opgepikt door de blanke Nederlanders. Ze omarmen de multiculturele identiteit. Het is iets waar wij doorheen moeten. Ook omdat het letterenlandschap niet het meest toegankelijke is. Het bestaat vooral uit schrijvers die erg op zichzelf zijn. Eenzaamheid hoort bij het vak en wordt bevestigd in het klimaat. Er zijn wel een aantal literaire clubjes die best open zijn. Maar dat is allemaal in marge. Als je diversiteit wilt creëren dan denk ik niet dat je dat moet doen via de literaire wereld.
Volgens mij krijgen Westerse schrijvers met dezelfde obstakels te maken. Je moet jouw werk durven in te zenden en durven je mond open te trekken. Ik geloof niet dat schrijvers van allochtone komaf het moeilijker hebben of moeilijker gepubliceerd worden.
Wat is op dit moment je grootste uitdaging als schrijver?
Afleiding. Ik schrijf ook voor de Volkskrant en als ik een idee heb dan krijg ik binnen no time groen licht. Een voorstel voor de Volkskrant is concreet genoeg om snel werk van te maken. Maar een roman is niet zo concreet, het vereist een zoektocht die soms niks oplevert en omdat het zo een enorm tijdsbestek beslaat, ontdek je allerlei manieren om jezelf te ontvluchten. Je zoekt het in afleiding, je gaat ineens meer lezen in plaats van schrijven. Je gaat je verdiepen in het leven van je kinderen. Je gaat dus uitvluchten zoeken. De enige manier om dat te doorbreken is door een strak schema voor jezelf op te stellen. Dit kan je alleen doen als je concrete plannen hebt. Door bijvoorbeeld per hoofdstuk te concretiseren, waarna het een kwestie van invullen is.
Ik werkte in het begin heel erg intuïtief en nu ga ik steeds meer planmatig werken zonder dat het ten koste gaat van mijn intuïtie. Het is een langzaam proces. Ik vind dat het moeilijkste wat er is, planmatig schrijven. Sommige schrijvers hebben al helemaal uitgedacht wat er per scène gebeurt. Dat tikken zij dan uit. Zij beginnen niet met schrijven voordat de hele muur is dichtgemetseld met scènes die zij willen uitwerken. Ik kan dat niet, dat schrikt mij af. As ik het idee heb dat ik weet wat er gaat gebeuren, dan heb ik er al geen zin meer in. Waarom moet ik het dan nog opschrijven? Dat is iets wat beetje bij beetje moet komen, maar uiteindelijk moet het beiden kunnen.
Wat zou jij willen meegeven aan de toekomstige deelnemers van de El Hizjra literatuurwedstrijd?
Voor de twijfelaars: twijfelen is heel gezond. Als je groot werk hebt liggen, dan is de El Hizjra prijs een prima manier om binnen te komen én om gepubliceerd te worden. Lang niet alle winnaars hebben het zo gedaan. Ik heb mijn manuscript alleen ingezonden, omdat ik datzelfde verhaal al had ingestuurd naar dat universiteitsblaadje. Het beviel mij wel en ik droomde nog niet van publicatie. Het overviel mij en dat was prettig. Al heb ik later wel spijt gehad: als ik nu mijn debuutroman lees dan had het veel beter gekund. Achteraf denk ik dat ik had moeten wachten met gepubliceerd worden. Maar dat zal iedereen waarschijnlijk wel hebben.